Een gas generator |
Datum: februari 2005
Principe:
Een variant op het toestel van Kipp om gas te produceren. |
Materiaal:
|
|
Bouw:
|
Gebruik:
|
|
|
|
Resultaten:
|
Opmerkingen:
|
Literatuur:
Relevante websites: |
Achtergrondinformatie:
Het toestel van Kipp Het toestel van Kipp is uitgevonden door de Delftse apotheker Petrus Jacobus Kipp (1808-1864). In 1830 zette hij een zaak op die handelde in wetenschappelijke apparatuur en chemicalien. In 1844 publiceerde Kipp een beschrijving van zijn apparaat in het "Tijdschrift voor Handel and Nijverheid". De oudste bekende kopie van het toestel van Kipp kan men vinden in het Museum Boerhave in Leiden. Dat 62 cm hoge toestel is gemaakt ergens tussen 1845 en 1875. Het toestel van Kipp wordt gebruikt om gas te produceren. Het apparaat is opgebouwd uit drie kamers. De onderste kamer wordt gevuld met zoutzuur (of een ander zuur). Deze kamer staat via een smalle opening in verbinding met de middelste kamer die weer gevuld is met de vaste stof (brokken) die we gebruiken om het gas te maken als het in aanraking komt met zuur. |
|
Als we bv CO2
willen maken vullen we de kamer met marmer, willen we waterstof maken dan
vullen we hem met zink. De bovenste kamer die ook een zuur bevat staat met
de onderste kamer in verbinding via een pijp. Als de kraan open staat zakt
het vloeistofniveau in de bovenste kamer waardoor het zich naar de onderste
kamer verplaatst. Hierdoor stijgt het niveau in de onderste kamer dusdanig
dat het naar de middelste kamer gestuwd wordt. Daar kan het reageren met de
daar aanwezige vaste stof. Als de kraan weer wordt dichtgedraaid, zal de druk door de gasontwikkeling in de middelste kamer stijgen. Het zuur wordt daardoor in de onderste kamer geperst, zodat het contact tussen het zuur en de reagerende stof verbroken wordt hetgeen tot gevolg heeft dat de gasontwikkeling stopt. Tegelijkertijd wordt het zuur naar het bovenste reservoir gestuwd. Op deze manier kan het toestel meerdere malen gebruikt worden voor gasproductie. |
12-01-2017