| 
     Meer experimenten met een Plasma bol  | 
    
    
      
     | 
    
    
      
     | 
  
Datum: December 2013
Inleiding:
| Na het lezen van het VWO examen dacht ik, dat proberen we ook. | 
Materiaal:
    
  | 
    
     
	
	  | 
  
Uitvoering:
| Bepalen van de frequentie | 
    
  | 
  
| Bepalen van het vermogen | 
	
  | 
  
| 
     
    
	  | 
  
Resultaten:
| Bepalen van de frequentie | |
| We tellen 5 pieken, we meten het 
		frequentieverschil tussen de top van piek 1 en de top van piek 5: 200 μS 5 pieken is 4 volledige trillingen Per trilling: 200/4 = 25 μS f = 1 / T = 1 / ( 2.5 * 10-5 ) = 20000 
		Hz   | 
		
		
		![]()  | 
	
| Scoopsignaal zonder aanraken van de plasmabol | Scoopsignaal met aanraking van de plasmabol | 
		![]()  | 
		
		 
		  | 
	
| 
		 Scoopsignaal plasmabol uit  | 
	|
| Tijdens het  
		uitvoeren van dit experiment kunnen we een andere observatie doen.  1. Als de lamp uitstaat laat de scoop een platte basislijn zien. 2. Schakelen we de lamp in, zonder dat de meetelektrodes de lam aanraken dan kunnen we duidelijk een signaal zien dat nagenoeg hetzelfde is als het signaal dat we krijgen als we een elektrode de lamp laten aanraken. 3. Dit signaal verdwijnt als we de elektrode uit de scoop halen.  | 
		
		 
		  | 
	
| Bepalen van het vermogen | |
| We meten op 2 manieren: 
		1. Met de koperdraad tegen het alufolie 2. Met het koperdraad op een korte 
		afstand van hat alufolie.  | 
		
		 
		  | 
	
| 
		 Koperdraad op lamp  | 
		
		 Vonkoverslag  | 
	
| 
		 
		  | 
		
		![]()  | 
	
| Koperdraad op alufolie Het hele stuk alufolie licht op  | 
		Koperdraad los van 
		alufolie Slechts een klein deel van de alufolie licht op  | 
	
| 
		 
		  | 
		
		![]()  | 
	
Discussie en conclusie:
| Bepalen van de frequentie | |
| 
	
	De plasmabal 
	is eigenlijk een grote condensator. In het centrum van de plasmabal is een 
	kleine glazen bol waarin een bal van staalwol zit verbonden met een 
	koperdraad (1 mm dik). Deze draad is verbonden met een oscillator op een 
	hoog voltage en een hoge frequentie. Voor deze plasmabal een frequentie van 
	20 kHz. Het centrum van de plasmabol is eigenlijk een radioantenne die een 
	wisselspanningsignaal uitstuurt, hetgeen we hebben laten zien tijdens onze 
	oscilloscoop metingen. 
	 Als je het oppervalk van de plasmabol aanraakt zal je vinger de elektrostatische potentiaal op dat punt op het oppervlak veranderen. De roodheid van je vinger wordt niet veroorzaakt door het plasma maar door de hemoglobine in je bloed dat fungeert als een kleurfilter.  | 
    
	![]()  | 
  
| Bepalen van het vermogen | |
| 
	Plastic is een goede elektrische isolator. De 
	stroom die gemeten wordt tussen het aluminiumfolie en aarde kan dus niet 
	veroorzaakt worden door elektronen die door het plastic gaan. In ondertaande figuur is een 
	plasmadraad tussen de elektrode en de 
	plastic bol getekend. Door de ionisatie van gas langs dat spoor ontstaat er 
	een geleidende verbinding tussen de elektrode en de binnenkant van het 
	plastic. 
	Op een bepaald moment ontstaat op het plastic aan de binnenkant 
	van de bol bij het aluminiumfolie een positieve lading. Op datzelfde moment 
	loopt tussen het aluminiumfolie en aarde een stroom. Het aluminiumfolie zelf 
	krijgt door elektrische influentie een negatieve lading. Er stromen dus elektronen van 
	de aarde naar het aluminiumfolie. De stroom is dan gericht van het 
	aluminiumfolie naar de aarde.  | 
  |
| 
	 
	  | 
  |
| 
	 In de bol bevindt zich onder andere heliumgas. Door het gas bewegen elektronen die tegen heliumatomen kunnen botsen. Als de snelheid van een elektron groot genoeg is, kan bij een botsing een heliumatoom geļoniseerd worden. De vrije weglengte is de gemiddelde afstand die een elektron aflegt tussen twee opeenvolgende botsingen met atomen. Helaas moeten we het vermogensbepaling 
	experiment als mislukt beschouwen aangezien ik niet op een betrouwbare 
	manier de stroomsterkte kan meten. Het is me niet echt duidelijk waarom ik 
	geen stroomsterkte kan meten. Misschien dat mijn aarding onvoldoende is?  | 
  |
| Benaderingsberekening om het aantal moleculen in de plasmabol te berekenen. | |
| 
	In het VWO examen vermeld men een gasdruk van 
	10% van de buitenlucht. Op het web kan men echter vinden dat deze gelijk is 
	aan de buitendruk. Dit laatste beoordeel ik als geloofwaardiger omdat het 
	intrinsiek veiliger is. Waarschijnlijk werkt de plasmabol wat beter bij lage 
	druk, maar een drukverschil genereert ook hogere veiligheidseisen 
	(implosierisico). 
	 Aantal moleculen is :  | 
    
	![]()  | 
  
Opmerkingen:
		
  | 
	
Literatuur:
    
 Relevante websites: 
 Minder relevante websites:  | 
  
| 
		 
 Achtergrondinformatie: In de plasmalamp is een bolvormige elektrode is geplaatst in het middelpunt van een afgesloten ruimte die gevuld is met inert gas (meestal een Helium/Neon mengsel, soms wordt ook krypton of xenon toegevoegd). Als het gas niet inert is zou het met het elektrodemateriaal reageren (geen zuurstof dus in deze kamer). Een ander voordeel van een inert gas is dat voor het ioniseren van inerte gassen een relatief laag voltage nodig. De ruimte is ook op een lagere druk dan de omgeving gebracht om dit ionisatieproces te vergemakkelijken. In een ruimte met een lage druk (1 - 100 Torr) is de vrije weglengte die een elektron kan afleggen alvorens in botsing te komen met een atoom of molecuul langer. Er moeten echter ook voldoende atomen/molekulen in de ruimte aanwezig om voldoende licht uit te kunnen stralen in de "plasma draden" die gevormd worden om zo zichtbaar te zijn. Deze draden vormen zich in plaats van een uniform verdeeld lichtverschijnsel omdat deze centrale elektrode niet uniform is. Hij is opgebouwd uit staalwol (dat bij blootstelling aan zuurstof zou gaan roesten, daarom gebruiken we een inert gas) en kleine onregelmatigheden op het oppervlak zullen lokaal een groot effect hebben op de sterkte van het elektrisch veld en dus de vorming van het plasma. Door de bolvormige symmetrie van de behuizing is er geen preferentiėle richting voor de draden om zich te vormen (die je wel hebt in gastontladingslampen). De kleur van de plasmadraden blauw-paars met rode uiteinden correspondeert met de verschillende excitatie toestanden van de gas atomen en zijn dus karakteristiek voor het gebruikte gas. Daarnaast bepaald de temperatuur van het plasma mede welke kleur licht men te zien krijgt. De druk in de bol is voldoende hoog om ervoor te zorgen dat als plasma gegenereerd wordt het plasma ook heet wordt. Aangezien hete lucht omhoog stijgt zullen de plasmadraden ook de neiging hebben om langs de wand van de bol als het ware omhoog te kruipen. De geleidbaarheid in een heet plasmagebied is ook hoger hetgeen helpt om de plasma draad stabiel te houden totdat een instabiliteit de draad breekt. De elektrode wordt op energie gebracht mbv een hoog-voltage, hoog-frequente voedingsbron (wisselspanning, geen gelijkspanning). Kijken we echter naar de lamp dan zien we dat deze gekoppeld is aan een 12 V gelijkstroom adapter, die in een 220 V wisselspanning stopcontact steekt. Deze 12 V gelijkstroom wordt daarom mbv een oscillator circuit omgezet in een hoog frequent voltage dat opgeschaald kan worden naar de gewenste waarde. De frequentie waarbij de plasmalamp opereert is in de grootteorde van 10tallen kHz, aangezien dit echter gepaard gaat met een lage stroomsterkte kan men de bol veilig aanraken. De hoogfrequente stroom beweegt zich alleen over de huid en gaat niet het lichaam binnen. De hoogfrequente stroom die stroomt van de elektrode naar de bolvormige behuizing (de aarde) is capacitief gekoppeld naar aan andere aarde als een geleider (bv een vinger) de buitenkant van de bol aanraakt. De impedantie ("weerstand") naar de aarde zal lager zijn door dit pad dan de normale koppeling met de aarde, met als gevolg dat zich een zeer heldere, min of meer stabiele, plasmadraad vormt van de elektrode naar het aanraakpunt. Aangezien voedingsbron opereert op een hoge frequentie fungeert de 
		plasmabol als het ware als een antenne en zal meer vermogen kunnen 
		uitzenden bij zijn eigenfrequentie  | 
	
| 
		 
		  | 
	
12/11/2014