Vitamine B1 aantonen in havervlokken |
Datum: Januari 2014
Inleiding:
De Duitse site "Experiment des Monats" laat veel interessante experimenten zien. Dit is er een van. |
Principe:
Extractie van Thiamine uit havervlokken. |
Materiaal:
|
|
Uitvoering:
|
|
Verwarmen | |
|
|
Affiltreren | Filtraat overgebracht in reageerbuis |
|
|
Reagentia toegevoegd en geschud | Staan laten en wachten op fasescheiding |
Bovenste laag met pasteurpipet overgebracht in kleine reageerbuis en nog wat langer laten staan. |
|
Resultaat:
Blauwe fluorescentie is waarneembaar (gemarkeerd met rode rechthoek). |
|
Discussie:
In een alkalische oplossing wordt Thiamine geoxideerd (de-hydrogenatie) door het FeIII waarbij het in alcohol goed oplosbare Thiochrome ontstaat dat blauw fluoresceert. |
Conclusie:
|
Opmerkingen:
|
Literatuur:
|
Relevante websites:
Minder relevante websites:
Achtergrondinformatie: Vitamines zijn chemische verbindingen die noodzakelijke zijn voor het goed functioneren van het lichaam en slechts in kleine hoeveelheden voorkomen (sporen). Een ander belangrijk kenmerk is dat ze niet of in of in onvoldoende mate door het lichaam zelf geproduceerd worden en daarom in ons lichaam worden opgenomen via ons voedsel. De chemische bouw van vitamines is zeer gevarieerd, grofweg kan men ze verdelen in vitamines die in water oplosbaar zijn en vitamines die in vet oplosbaar zijn, een verdeling die van belang is i.v.m. de aard van het voedsel waar ze in voorkomen. Men verondersteld dat de werking van vitamines meestal berust op de werking als co-enzym. Er zijn dertien vitamines: vier in vet oplosbare vitamines en negen in water oplosbare vitamines. De vet oplosbare vitamines zijn vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K. Deze in vet oplosbare vitamines zitten voornamelijk in het vet van voedingsmiddelen en kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen. De in water oplosbare vitamines zijn vitamine B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 (foliumzuur) en B12 en vitamine C. Deze vitamines zitten juist in het vocht dat in voedingsmiddelen zit. Het lichaam kan deze in water oplosbare vitamines (met uitzondering van vitamine B12) niet goed opslaan; een teveel aan deze vitamines verlaat het lichaam via de urine. Vitamines zijn bij de mens ontdekt in de eerste helft van de twintigste eeuw (vanaf 1906) toe bleek dat er ziekten optreden als aan het voedsel bepaalde stoffen ontbreken, kleine hoeveelheden van deze stoffen (vitamines) konden het ontstaan van ziektes voorkomen of juist genezen. Vanwege de aanvankelijk onbekende chemische structuur heeft men de vitaminen met een letter aangeduid. Een aantal bleek later echter geen vitamine te zijn, vandaar dat er enkele letters zijn verwijderd. Het woord "vitamine" is een combinatie van het Latijnse vita (= leven) en amine (= stikstof-bevattende verbinding). Later werd bekend dat niet alle vitamines stikstof bevatten, maar het woord 'vitamine' was toen al algemeen in gebruik. |
04/01/2014