Bepalen van de maaswijdte in een zeefset |
Datum: November 2015
Principe: Maaswijdte van een zeef bepalen m.b.v. een microscoop.
Materiaal:
|
|
|
Uitvoering:
|
|
|
|
|
Resultaten:
De resultaten zijn samengevat in onderstaande
tabel. Door gebruik te maken van de stelling van Pythagoras en door aan te nemen dat men met vierkanten te maken heeft kan men de diagonaalwaarde terugrekenen naar maaswijdtes. In het eindresultaat zijn de rechte metingen en de diagonaal metingen wederom gemiddeld. |
Controlemeting |
De controlemeting met de geodriehoek laat zien dat de maaswijdte inderdaad iets groter is dan 2 mm zoals gemeten met de software. |
|
De vier verschillende zeven bekeken onder de USB microscoop. |
Discussie:
Uiteraard al eerder vermeld is dat ik lid ben van GEA’s Werkgroep Zand, waarbij we verschillende zandsoorten bekijken met een mineralogische en geologische blik. Een van de analysemethodes die men gebruikt als men een zandmonster heeft is het scheiden van het zand in verschillende zeeffracties die dan elk een bepaalde deeltjesgrootte verdeling bevatten (ASTM C136), de zogenaamde zeefanalyse. Zoals het woord al aangeeft bereikt men dat door het zand door een stapel zeven met een steeds kleinere maaswijdte (de lengte van de opening tussen de draden) te “gieten”. Professionele, gekalibreerde, zeefsets zijn duur en daarom heeft een van onze medeleden een set goedkopere zeefsets laten maken uit gaas en PVC buizen (zie de foto hieronder). Deze heb ik nu al een tijdje in mijn bezit en ze werken goed. De vraag waar men eigenlijk wel een goed antwoord op wil hebben is wat de maaswijdte van elke zeef is. Bij nader inzien kon mijn Celestron USB microscoop helpen daar antwoord op te geven. De bijgeleverde software maakt het nl. mogelijk om afstandsmetingen uit te voeren. Zoals beschreven in deze experiment pagina heb ik dat uitgevoerd. | |
De diagonaalmetingen heb ik meegenomen omdat men dan over een iets groter afstand meet hetgeen de meetfout misschien iets kleiner maakt. Tijdens de analyse ben ik tot de conclusie gekomen dat het schijnbaar weinig uitmaakt. Het helpt in ieder geval wel elke gemeten maas goed te karakteriseren. Om de meting nog nauwkeuriger te maken had ik eigenlijk gewoon meer mazen over een groter oppervlak moeten doormeten. Ik heb echter het gevoel dat het niet zoveel zou uitmaken. Nog belangrijker is echter dat de eerste controlemeting met de geodriehoek aangaf dat de gebruikte meetmethode redelijk lijkt te kloppen. Het liefst zou men echter graag de resultaten nog op een andere manier controleren. Bedacht werd om dat te doen aan de hand van de specificaties zoals ze in de nota waren opgegeven. In onderstaande vergelijkingstabel behoeven de waardes zoals ze op de Nota vermeld stonden enige toelichting. Zo te zo te zien staat "mw voor maaswijdte en "my dr" voor draaddikte en zijn de getallen in microns uitgedrukt. | |
Het eerste wat dan opvalt is dat de getallen voor de maaswijdte niet exact met elkaar overeenkomen. Dan rijst onmiddellijk de vraag of we het verschil kunnen verklaren.
|
|
Om
daar meer inzicht in te krijgen heb ik nogmaals een meting met de microscoop
uitgevoerd maar nu ook met de bedoeling wat meer kengetallen, waaronder de
draaddikte, te verzamelen. Het eerste wat dan weer opvalt is dat de meting
voor de draaddikte wel overeenkomt met de in de Nota opgegeven waarde.
De vraag die men uiteindelijk wil beantwoorden is of men beter de metingen kan vertrouwen of de waardes die opgegeven staan in de factuur. De volgende overwegingen spelen dan een rol:
Al deze redenen afwegend kan men met grote mate van waarschijnlijkheid aannemen dat de microscoop metingen voldoende betrouwbaar zijn. |
Conclusies:
|
|
Literatuur:
Relevante websites:
Minder relevante websites: |
Opmerkingen:
|
Achtergrondinformatie:
Deeltjesgrootte De deeltjesgrootte van een deeltje wordt bepaald door de kleinste dimensie, bv. de diameter. Deze wordt meestal uitgedrukt in micron. Er zijn verschillende technieken om deeltjesgroottes te bepalen bv:
Zeefanalyse blijft nog steeds een veelgebruikte, goedkope en eenvoudige techniek voor bepaling van deeltjesgrootte. Er zijn twee types zeefanalyses: |
|
Droge
zeving (geëigende methode voor zandmonsters) Het monster wordt gedroogd, fijngemaakt, afgewogen en op de zeven gebracht De zeving wordt uitgevoerd door het zevenstel met een schudmachine te schudden De zeefrest op elke zeef wordt gewogen Praktische benedengrens ca. 53 µm Natte zeving |
|
Mesh getal en maaswijdte De maaswijdte is een eigenschap van een net of zeef die op verschillende manieren gemeten worden:
Hoe hoger het mesh getal hoe fijner de deeltjes die door het zeef passen. Het is belangrijk zich te realiseren dat het meshgetal geen exacte meting van een deeltjesgrootte aangeeft. Zeven kunnen gemaakt worden van verschillende draaddiktes. Des te dikker de draad, hoe kleiner het deeltje dat nog door de opening past. In nevenstaande tabel zijn de deeltjesgroottes dus bij benadering.
|
|
25/12/2015