Pyriet onderzoeken |
Datum: Juni 2019
Inleiding:
Het mineraal pyriet (FeS2) onderzoeken. |
Materiaal:
|
|
|
|
|
|
Uitvoering:
Naked Eye Inspection (NEI) | |
|
|
Streepkleur bepalen | |
|
|
Magnetisch onderzoek | |
|
|
Elektrische geleidbaarheid bepalen | |
|
|
Fluorescentie | |
|
|
Oplosbaarheid in zoutzuur | |
|
|
Vlamkleur bepalen | |
|
|
Dichtheid bepalen | |
|
|
Hardheidsschaal van Mohs | |
Bij de bepaling van de hardheid gaan we uit
van het volgende principe: Als je met het ene mineraal een kras kunt maken
in een ander mineraal dan is dat eerste harder.
|
|
Microscopisch onderzoek - macroscopisch | |
|
|
Microscopisch onderzoek - polarisatiemicroscoop | |
|
|
Chemisch onderzoek | |
|
|
Resultaten:
Naked Eye Inspection | |
Brok kleine pyriet kristallen | Groot kristal pyriet |
Het pyriet heet een metallische, messinggele kleur met tussenkleuren. | |
Pyrietkristallen in stuk rots | |
Streepkleur bepalen | |
|
|
Streepkleur Boven: auripigment, pyriet, cinnaber. Onder: hematiet, azuriet, malachiet |
|
Magnetisch onderzoek | |
|
|
Elektrische geleidbaarheid bepalen | |
De multimeter geeft een weerstandswaarde aan hetgeen impliceert dat het materiaal elektriciteit geleid. | |
Fluorescentie | |
|
|
Oplosbaarheid in zoutzuur | |
|
|
Vlamkleur bepalen | |
|
|
Dichtheid bepalen | |
Massa: 58.82 g Volume: 51-40 = 11 ml Dichtheid: ca. 5.3 g/ml Volgens de literatuur is de dichtheid van pyriet: 5.0 g/ml |
|
Hardheidsschaal van Mohs | |
Volgens de literatuur:
|
|
|
|
Microscopisch onderzoek - preparaten | |
Microscopisch onderzoek - macroscopisch - Dono-Lite | |
In nevenstaande foto wordt het preparaat weergegeven. In onderstaande foto de brok opgebouwd uit kleine kristallen. We zien verschillende kristalvormen. | |
Splijtbaarheid | |
Veel mineralen hebben een karakteristiek splijtbaarheid. Als men er met een hamer op slaat vallen ze uiteen in brokstukken met vlakke kanten. Deze vlakke kanten (breukvlakken) lopen parallel aan de kristalvlakken. Voor de beoordeling van splijtvlakken geldt de volgende regel: hoe makkelijker breukvlakken ontstaan en hoe gelijkmatig en gladder ze zijn, des te beter is de splijtbaarheid. Mineralen die niet zo goed splijtbaar zijn hebben een ongelijkmatig, schelpachtig of schilferig breukvlak. | |
Zoals men in bovenstaande foto's kan zien laat pyriet geen duidelijk splijtvlak zien. | |
Microscopisch onderzoek - polarisatiemicroscoop | |
Euromex ML 2000, Luckyzoom YW500 HD 5MP USB Cmos Camera Electronic Digital Eyepiece, Objectief 4x | |
De kristallen zijn donker onder doorvallend licht en laten geen interferentiepatronen zien bij gekruiste polarisatoren. | |
Chemisch onderzoek | |
Men kan zien dat zich op de buis een oranje rood neerslag vormt. Bij afkoelen wordt deze geel. Het pyriet ontleedt en slaat neer als zwavel (sublimaat, geel) tegen de koudere glaswand. | |
Het bevochtigde pH papiertje kleurt rood, een teken dat er een zuur gevormd wordt. | |
Korrels uit gloeibuis onder de Dino-Lite (200x) | |
Men kan een kleurverschil zien tussen de resterende pyrietdeeltjes (metallische schijn) en het ijzer (dof) dat zich gevormd heeft | |
Korrels uit gloeibuis - magnetisme | |
Een gedeelte van het geteste materiaal wordt aangetrokken door de mageneet. Het is magnetisch geworden, een teken dat het omgezet is naar ijzer. | |
Discussie en conclusie:
Pyriet of ijzerkies is een ijzerhoudend erts dat grotendeels uit FeS2
bestaat. Pyriet is een disulfide met zwavelparen (S2)2-
en Fe2+ ionen. Het is het rijkste ertshoudende mineraal. Omdat pyriet uiterlijk veel op goud lijkt, wordt het
ook wel "het goud der
dwazen” of "nepgoud" genoemd. Naast kwarts en kalksteen is het een van de
meest voorkomende mineralen.
Het vormt kubische kristallen maar wordt ook gevonden als octaëder of pyritoëder (pentagon-dodecaëder, opgebouwd uit wel 12 (dodeka) vijfhoekige (pentagon) vlakken (-eder). Als een mineraal zoals pyriet in meer dan een kristalstructuur kan voorkomen dan spreekt men van polymorfisme. |
|
Pyriet wordt veel gevonden
in de natuur, in allerlei gesteenten. Het ontstaat tijdens mineraalvormende
processen van bijna ieder type. Het wordt afgescheiden uit het stollende
magma en vormt vaak insluitingen in vele stollingsgesteenten. Zowel ijzer
als zwavel zijn vaak aanwezig in gesteenten in een omgeving waar niet veel
zuurstof aanwezig is, omstandigheden waarbij pyriet gevormd kan worden. In
Nederland komt pyriet voor in de kalksteengroeves in Winterswijk. Pyriet is niet stabiel, blootgesteld aan lucht ontleedt het langzaam in ijzer en zwavel. |
|
Kenmerken pyriet:
|
|
Veel van bovenstaande kenmerken hebben we in bovenstaande experimenten ook gevonden. De dichtheid is iets te hoog maar dan kan toegeschreven worden aan onzuiverheden of een niet zo exacte bepalingsmethode. | |
Bij verhitting ontleedt het pyriet volgens
onderstaande vergelijking: FeS2 --> Fe + 2S Het zwavel kunnen we waarnemen als een
geel/oranje neerslag. Bij verhitten reageert het zwavel met zuurtsof uit de
lucht onder vorming van zwaveldioxide dat een penetrante geur heeft. Als het SO2 in aanraking komt met water
wordt zwavelig zuur gevormd dat het pH papiertje rood laat kleuren. De ijzervorming tonen we aan doordat we een magnetisch materiaal gevormd hebben. Dat de structuur van het gevormde product ander is dan pyriet kunnen we ook onder de microscoop waarnemen. |
Opmerkingen:
|
Literatuur:
Achtergrondinformatie:
Gebruik |
Pyriet wordt gebruikt voor het maken van verfsoorten, vernissen, blauw en groen zwavelzuur en fijne poetsmiddel. In het verleden werd het ook gebruikt om sieraden te maken. Tegenwoordig worden de grootste hoeveelheden gebruikt om zwavelzuur te produceren. Het wordt ook gebruikt in de elektrochemie en bij de winning van ertsen en ruwe olie. |
Vuur slaan m.b.v. pyriet |
In het verleden maakten mensen vuur m.b.v. een vuursteen. Daarvoor heeft men drie dingen nodig: een vuursteen, pyriet en een tondel of tonderzwam, materiaal dat heel snel brandt. Als men de vuursteen tegen het pyriet slaat, ontstaan er kleine vonkjes waardoor de tondel gaat branden. Vuursteen is een silicaat dat voornamelijk in kalksteen wordt gevormd. Om silica als ‘vuursteen’ te gebruiken, heb je een tweede materiaal nodig dat versplintert en ontbrandt. In de prehistorie was dat vooral pyriet, ook wel bekend als nepgoud. Pyriet was makkelijk te vinden door zijn specifieke glimmende kleur. Het stond ook bekend onder de naam "nepgoud". Dit principe van vuur maken gaat bijvoorbeeld ook met ijzer. Men kan twee stukken ijzer tegen elkaar slaan, of twee stukken pyriet. Vuursteen werd gebruikt omdat het zo hard is. Vuursteen zelf geeft dus geen vonken. Materialen zoals pyriet en ijzer wél. |
Mohs hardheidsschaal |
Typische gloeibuis test resultaten |
16/06/2019