Ontkieming van stuifmeel |
![]() |
![]() |
Datum: April 2025
Principe:
Stuifmeelkorrels laten ontkiemen. |
Materiaal:
|
|
|
|
Uitvoering:
Ontkiemingvloeistof maken | Prepraatbereiding |
|
|
![]() |
|
![]() |
Resultaat:
Enkele foto's van stuifmeelkorrels die ontkiemen. |
![]() |
![]() |
![]() |
Discussie:
Stuifmeel dat op de stempel valt, neemt water, suikers en groeihormonen op die in de papillen van de stempel geproduceerd worden. Hierdoor gaat de stuifmeelkorrel kiemen en eenzijdig uitgroeien tot een stuifmeelbuis onder impuls van de stuifmeelbuiskern. De stuifmeelkorrel bevat twee haploïde cellen: een grote vegetatieve en een kleine generatieve. De vegatieve cel omhult de generatieve, zodat we in feite te doen hebben met een ‘cel-in-een-cel’ systeem. De haploïde generatieve cel ondergaat nog een mitose waarbij twee haploïde spermakernen ontstaan. Deze deling kan optreden vóór of na de bestuiving. De kern van de vegetatieve cel (vegetatieve kern of buiskern) maakt het mogelijk dat de stuifmeelbuis uitgroeit tot een buis van meerdere centimeters, afhankelijk van de lengte van de stijl. Voorbeelden zijn: lelie en hibiscus. De kieming van de stuifmeelkorrel tot een buis gebeurt op een bepaald uur van de dag en wordt gestuurd door de opname van water, suikers en groeihormonen. |
![]() |
Literatuur:
|
Relevante websites:
Andere relevante websites: |
Opmerkingen:
|
Achtergrondinformatie:
Het stuifmeel bevat de
mannelijke geslachtorganen oftewel gameten. Het stuifmeel zit opgeslagen
in de helmknop van de meeldraad. Het overbrengen van stuifmeel van de
helmknoppen van de ene bloem op de stempel van een andere bloem die tot
dezelfde soort hoort heet bestuiving.
Er zijn in principe twee mechanismes voor bestuiving nl insektenbestuiving en windbestuiving. Stuifmeelkorrels die door insekten meegedragen worden bevatten vaak fijne uitsteeksels zodat het stuifmeel makkelijk aan het insekt blijft vastkleven. Stuifmeel dat door de wind meegedragen wordt is glad en bevat luchtblaasjes die het oppervlak groter maken zodat de korrel makkelijker door wind gedragen kan worden. Qua grootte variëren stuifmeelkorrels, afhankelijk van de soort, tussen de 20 - 40 micrometer ( vergeet-me-nietje 8 µm, maïs 100 µm, sierpompoen 200 µm, koolzaad 27 µm, tamme kastanje 12 µm).
Een stuifmeelkorrel is opgebouwd uit een harde buitenwand, de exine. Onder deze exine bevindt zich de intine, een dun huidje dat de inhoud van de korrel omgeeft. De exine bezit vaak een kenmerkende structuur, zoals groeven over het oppervlak of een netwerk.
De exine bevat plaatsen waar de wand dunner is. Op deze plaatsen zal tijdens de kieming de pollenbuis groeien. Er zijn globaal drie soorten vormen; spleten, ronde porien en spleten met een porie. Veel stuifmeelkorrels hebben drie van die kiemopeningen (stuifmeel van klaver bezitten 3 spleten met op elke spleet een ronde porie, pollen van Prunus bezitten 3 en soms 4 spleten met op elke spleet een porie). |
03/05/2025