Golven en Straling Experimenteer Kit |
Datum: Januari - November 2011
Principe:
Elektromagnetische straling principes onderzoeken.
Materiaal:
|
|
Het SEP ‘Waves and
Radiation sample pack’ is een experimenteerpakket dat ondersteund bij
het onderzoeken van elektromagnetische straling. Het pakket bevat een
selectie aan experimenten zoals een eenvoudige spectroscoop, een
infrarood zender/ontvanger kit, een microgolf straling detector,
diffractie roosters, etc..
De begeleidende instructies geven ideeën voor het uitvoeren van experimenten en wetenschappelijke verklaringen voor de gedane observaties, beginnende met zichtbaar licht en overlopend naar het infra rood, microgolf en ultra violet straling. |
|
Kit voor experimenten met zichtbaar licht | experimenten met Infra Rood Straling |
Kit voor experimenten met golf eigenschappen en straling | Kit voor experimenten met microgolf straling en UV straling |
Experimentele opstelling:
Experiment 1: Spectroscoop | |
De experimenteerset bevat een bouwpakket om
een spectroscoop te bouwen m.b.v. een CD. Zet deze in elkaar, plaats deze in een statief met klem en laat licht vallen op de intreespleet. Kijk door het kijkgat. |
|
Experiment 2: Combineren van kleuren | |
|
|
Experiment 3: Signalen versturen via glasvezel | |
|
|
Experiment 4: Detecteren van Infra Rood straling | |
|
|
Experiment 5: Signalen versturen m.b.v. Infra Rood straling | |
|
|
Experiment 6: Microgolf straling | |
|
|
Experiment 7: Ultraviolet straling | |
|
|
Experiment 8: Diffractie | |
|
|
Experiment 9: Polarisatie | |
|
|
Uitvoering en resultaten:
Experiment 1: Spectroscoop | |
Rechts het resultaat zoals we het idealiter zouden kunnen waarnemen. Links kan men zien wat ik daadwerkelijk voor elkaar gekregen heb. | |
Experiment 2: Combineren van kleuren | |
|
|
Twee kleuren gecombineerd. | Drie kleuren gecombineerd. |
Experiment 3: Signalen versturen via glasvezel | |
|
|
Lamp is uit: R = 4.8 Ohm | Lamp is aan: R = 30.7 Ohm |
Men ontvangt dus een lichtsignaal als de weerstandswaarde toeneemt. | |
Experiment 4: Detecteren van Infra Rood straling | |
De weerstandswaarde veranderd niet als men er een koude (LED) lichtbron op richt of aan omgevingslicht bloot stelt.. Wel als men de fototransistor afdekt. | |
Experiment 5: Signalen versturen m.b.v. Infra Rood straling | |
De rode LED gaat branden, een teken dat er een stroom loopt en men dus een IR signaal ontvangt. | |
Experiment 6: Microgolf straling | |
|
|
De twee telefoons, detector en geleidende stof | De detector gaat knipperen voordat de telefoon aanslaat |
|
|
En blijft knipperen als de telefoon laat zien dat we gebeld worden | De detector slaat niet aan als deze ingepakt is in geleidende stof |
|
Ook niet als de telefoon aanstaat |
Experiment 7: UltraViolet straling | |
Experiment 8: Diffractie | |
|
|
Elk diffractie rooster laat een ander patroon zien. |
|
Experiment 9: Polarisatie | |
|
|
Alleen lamp | Een polarisatiefilter op lamp |
Tweede polarisatiefilter dusdanig gedraaid dat er minimale lichtdoorval is. | |
|
|
Maximale lichtdoorval voor LCD scherm | Na rotatie, minimale lichtdoorval voor LCD scherm |
Discussie en conclusie:
Experiment 1: |
Wit licht dat uitgestraald wordt door de zon
of door gloeilamp is opgebouwd uit een continue spectrum van frequenties.
Een spectroscoop maakt het mogelijk die verschillende frequenties te zien.
Wit licht is dus een mengsel van verschillende kleuren, zowel zichtbare
als onzichtbare (ultra violet en infrarood). Een fluorescentie lamp (TL
buis) straalt geen continue spectrum uit maar laat pieken van
verschillende intensiteit zen bepaalde frequenties zien. Om het licht in zijn verschillende frequenties te kunnen ontleden maakt men meestal gebruik van een prisma of een rooster. In dit geval hebben we een CD gebruikt, niet echt een rooster, maar de kleine putjes waaruit een CD is opgebouwd kunnen ook als een reflectie rooster fungeren. |
Experiment 2: |
Verschillende combinaties van rood, groen en
blauw licht kunnen gebruikt worden om elke andere kleur te maken
(kleurencirkel). De juiste combinatie van de drie kleuren kan wit licht
maken hetgeen ook weer aangeeft dat wit licht een mengkleur is. Het menselijk oog heeft drie verschillende kleur receptoren (conische cellen) die gevoelig zijn voor licht in het rode, groene of blauwe deel van het spectrum (er is ook een beetje overlap). Alle kleuren die wij denken te zien worden opgebouwd uit verschillende stimuleringspatronen van deze receptoren. Aangezien er maar drie verschillende kleur receptoren zij is het dus in principe mogelijk met maar drie LED's (rood, groen en blauw) elke kleur die men meent waar te nemen na te bootsen. Als men dus tegelijkertijd de rode en de groene receptoren stimuleert dan vertalen onze hersenen dit naar een gele kleur. Ook een computer monitor of TV maakt van dit principe gebruik door 3 verschillende kleur pixels (rood, groen en blauw) de intensiteit te variëren. |
Experiment 3: |
Dit experiment demonstreert het principe van
signaaloverdracht m.b.v. een bron (LED), afstand die overbrugt moet worden
(glasvezel) en een detector (licht afhankelijke weerstand). Signalen kunnen
als lichtpulsen verstuurd worden en gedetecteerd worden als een verandering
van de weerstand van een licht afhankelijke weerstand. Het principe van een
glasvezel is dat licht over de gehele lengte van de vezel, zelfs als
deze gebogen is, getransporteerd kan worden. De verklaring is dat binnenin
de glasvezel licht intern volledig gereflecteerd alvorens het het uiteinde
van de glasvezel verlaat. In werkelijkheid gebruikt men lasers om
elektrische digitale signalen om te zetten in zeer snelle lichtpulsen (tot
honderd miljoen per seconde). De kwalitatief beste glasvezels kunnen
afstanden van ca. 100 km overbruggen voordat het signaal versterkt moet
worden. Het grote voordeel van glasvezel boven koperdraad voor
signaaltransport is dat deze goedkoper is en dat er ook dunner draden met
een hogere overdrachtscapaciteit gemaakt kunnen worden. |
Experiment 4: |
De weerstand van een fototransistor daalt
scherp als ze beschenen wordt door een lichtbron zoals een gloeilamp. Bij
gebruik van een fluorescerende lichtbron is het effect minder dramatisch.
Een gloeilamp straalt nl. veel meer IR straling (dus warmte) uit dan een
fluorescerende lamp hetgeen aangeeft dat een gloeilamp veel minder efficiënt
is. Deze fototransistor detecteert dus vnl IR straling. |
Experiment 5: |
Als een IR zender aangezet wordt en op een
mobiele telefooncamera gericht wordt zal de IR emitter diode zichtbaar
worden als een helder witte vlek aangezien de beeld sensor in de
camera zowel IR als zichtbaar licht detecteert. Als in dit experiment de IR
zender gericht wordt op de ontvanger zal de IR straling ervoor zorgen dat de
weerstand in de fototransistor daalt. Er zal dan meer stroom door het
circuit stromen en de rode LED zal oplichten. Door de IR zender aan en uit
te zetten kan men de rode LED aan en uitzetten, en op deze manier kan men
dus een signaal versturen. In termen van signaaloverdracht is in deze
schakeling de IR zender diode de bron en de fototransistor de
detector. De IR straling beweegt zich door de lucht maar zoals alle
elektromagnetische straling kan deze zich ook door vacuüm bewegen. |
Experiment 6: |
Microgolf straling wordt door metalen
oppervlaktes gereflecteerd terwijl water microgolf straling absorbeert. Dit
is het principe waarop de magnetron is gebaseerd. Voedsel dat water bevat
absorbeert de straling en wordt warmer. De warmte effecten van microgolf
straling die door een mobiele telefoon wordt uitgestraald op een water
bevattend object (zoals ons hoofd) zijn te klein om door normale
thermometers gemeten te kunnen worden. |
Experiment 7: |
"Glow-in-the dark" papier bevat een
fosforescerend materiaal; als het blootgesteld wordt aan UV straling zullen
deze moleculen licht absorberen, elektronen worden dan in een hogere
energietoestand gebracht. Als deze elektronen na enige tijd weer terugvallen
naar een lagere energietoestand wordt er een lichtfoton uitgezonden. Na
korte tijd vallen deze elektronen weer terug naar een lagere energietoestand
waarbij dan fotonen met een lagere energie worden uitgezonden (groen licht).
Het energieniveau van blauw licht is voldoende hoog om materialen te laten
fosforesceren, in tegenstelling tot groen en rood licht. Marker pennen
bevatten fluorescerende materialen. Het verschil tussen fluorescentie en
fosforescentie is dat bij fluorescentie de elektronen na excitatie gelijk
terugvallen terwijl bij fosforescentie daar nog enige tijd tussen zit. Dit
verklaard ook waarom fluorescerende materialen geen licht meer uitzenden als
de lichtbron verwijderd wordt. De UV gevoelige kralen kan me beter buiten dan binnen aan zonlicht blootstellen aangezien vensterglas al zeer veel UV licht absorbeert. |
Experiment 8: |
Het eerste rooster produceert een verticale serie van lichtpunten, het tweede rooster een X vormig patroon. Een van de ontdekkers van DNA die een röntgendiffractiepatroon van DNA gemaakt door Franklin bekken zag ook zulk een patroon en realiseerde zich dat het om een spiraalvormig molecuul moest gaan. Een horizontale set van lijnen produceert een interferentiepatroon dat bestaat uit een verticale serie van lichtpunten. Des te dichter de lijnen op elkaar staan des te verder der lichtpunten uit elkaar zullen staan. Indien men een spiraal van de zijkant bekijkt zal eruit zien als een zigzag lijnen patroon, twee sets van lijnen die parallel lopen met een klein fase verschil. Het zig patroon zal een set van punten produceren in een oriëntatie terwijl het zag patroon punten in een andere oriëntatie produceert waardoor men een X vorm verkrijgt. De afstand tussen de lijnen bij de diffractieroosters die in dit experiment gebruikt zijn bedraagt 0.1 mm en licht wordt verstrooid in het zichtbaar licht gebied. Om diffractie patronen van DNA moleculen te kunnen maken moet men licht met een veel kortere golflengte gebruik, röntgen straling. |
Experiment 9: |
De lichtstralen die door de Zon of een
gloeilamp worden afgegeven oscilleren in alle richtingen. Licht dat
gereflecteerd is door een wateroppervlak gedraagt zich anders. Lichtgolven
die in de verticale richting oscilleren dringen in het water door terwijl
lichtgolven die in de horizontale richting oscilleren gereflecteerd worden.
Straling die een bepaalde oriëntatie heeft noemt men gepolariseerd.
Polarisatiefilters laten licht door dat in een bepaalde richting oscilleert
en houden licht tegen dat op een rechte hoek daarvan staat. Daarom zal in
een oriëntatie van het polarisatiefilter het licht dat door het
wateroppervlak gereflecteerd is het filter passeren terwijl als men het
filter 90 ° draait het licht tegengehouden wordt. Polarisatiefilters gebruikt men in zonnebrillen om de hoeveelheid licht te verminderen Als men twee stukken polarisatiefilter oplijnt kan licht passeren als ze in dezelfde polarisatiehoek t.o.v. elkaar staan, terwijl alle licht tegengehouden wordt als ze haaks op elkaar staan (cross-polarised). Het licht dat van een computerscherm komt is gepolariseerd onder een hoek van 45 °C. Als men het filter eerst op 45 ° houdt en vervolgens roteert met 90 ° kan men zien dat een oriëntatie het licht doorlaat en de andere het licht tegen houdt. |
Literatuur:
|
Relevante websites: Minder relevante websites: |
Opmerkingen:
|
15/01/2017