Opname van kristalwater |
Datum: november 2002
Principe:
Wit CuSO4.0H2O neemt kristalwater op uit de lucht waarna het van kleur veranderd.
Materiaal:
|
|
Uitvoering:
|
|
|
|
Resultaat:
YouTube link: CuSO4 hydratatie |
Door gedurende ca. 4 uur om de
3 minuten een foto te nemen is dit filmpje ontstaan.
We zien het poeder groeien door de opname van water. De kleur van het poeder veranderd van wit naar blauw. De temperatuur loopt bij het tweede experiment op van 21.2 °C naar 26.2 °C. |
Discussie en conclusie:
We zien dat het witte poeder opzwelt en van
kleur veranderd. Dit is een teken dat er water opgenomen wordt. Een kopersulfaat molecuul in de kristallijne
(blauwe) vorm wordt omringd door 5 moleculen water, ook wel kristalwater
genoemd. Alleen door verhitten kan het kristalwater gedwongen worden het kristal
te verlaten, waarbij dan het witte watervrije kopersulfaat gevormd wordt.
In ons experiment vindt dus precies de omgekeerde reactie plaats. Vele kristallijne zouten vormen hydraten die 1,2,3 of meer molen water per mol stof bevatten. Het water kan op verschillende manieren in het kristalrooster opgenomen worden. Het kan roosterposities in het het kristal innemen maar het kan ook bindingen vormen met de aanwezige kationen en anionen. In het blauwe kopersulfaat is elk koper ion gecoördineerd met 4 water moleculen door de vrije elektronenparen van het zuurstof en vormt zo het complex Cu(H2O)4]2+. Elk sulfaat ion bindt een water molecuul door waterstofbrug vorming. Het verschil tussen beide bindingsvormen wordt gedemonstreerd door het gegeven dat de pentahydraat omgezet wordt naar monohydraat bij 100 °C en pas boven 250 °C watervrij wordt.
Het gegeven dat we energie (warmte) nodig hebben om het water te verdrijven geeft aan dat het energetisch gunstig is voor het kopersulfaat om zich te omringen door kristalwater. De reactiewarmte kunnen we m.b.v. het tweede experiment berekenen. De warmte die vrijkomt tijdens het oplossen van het watervrije kopersulfaat is een maat voor de hydratatiewarmte. De watertemperatuur (50 g) stijgt van 21.1 °C naar 26.2 °C: DT= 5.1 °C Dit vertaalt zich naar de volgende hoeveelheid energie:
|
Opmerkingen:
|
Literatuur:
|
Achtergrondinformatie:
Het oplossen van een zout in water, waarbij het
zout altijd in ionen splitst, noemt men ionisatie. Het verschijnsel dat een ion opgelost in water omhuld wordt door een watermantel, noemt men hydratatie. • indampen van de oplossing: Cu2+ (aq) + SO42- (aq) + 5H2O (l) → CuSO4 • 5H2O (s) • verhitten van de blauwe, vaste stof: CuSO4 • 5H2O (s) → CuSO4 (s) + 5H2O (g) • water toedruppelen aan de witte stof: CuSO4 (s) + 5H2O (l) → CuSO4 • 5H2O (s) Stoffen die net als blauw koper(II)sulfaat watermoleculen in het kristal hebben, noemen we hydraten. Het opnemen van water door een zoutkristal is een vorm van hydratatie. Ook kobaltchloride vormt een hydraat. CoCl2 is blauw, het hydraat (CoCl2 • 6H2O) is rood. Stoffen die op deze manier water kunnen binden, gebruikt men als ‘droogmiddel’. Silicagel (watervrij SiO2) is zo’n droogmiddel. Een zakje silicagel beschermt apparaten tegen vocht. Als silicagel water opneemt, verandert de kleur ervan. Ook in bouwmaterialen, zoals gips, cement en beton speelt kristalwater een belangrijke rol. Gips is gehydrateerd calciumsulfaat: CaSO4 • 2H2O. |
08-01-2017