Magneetvelden zichtbaar maken |
||||||||||||||||||||||
Principe: Magneetvelden worden zichtbaar gemaakt m.b.v ijzerpoeder. Apparatuur:
Werkwijze:
|
||||||||||||||||||||||
Resultaten: eendimensionaal
|
||||||||||||||||||||||
Discussie en conclusies: Magnetisme vindt, net als elektrische stroom, zijn oorsprong in de verplaatsing van elektrische lading. Een spoel waar stroom doorheen loopt, werkt daardoor ook als een magneet die kracht op een andere magneet uitoefent. Met het hier uitgevoerde experiment tonen we de aanwezigheid van een magneetveld aan. De ijzerdeeltjes zich naar het magneetveld. Doordat ieder ijzerdeeltje gemagnetiseerd wordt en daardoor zelf een noord- en zuidpool krijgt, 'klonteren' zij samen tot lijnen. Vanuit deze observatie is ook het begrip 'veldlijnen' afgeleid. In werkelijkheid is het magneetveld overal aanwezig (en niet alleen ter plaatse van de lijnen). Ook goed te zien is dat de veldlijnen van zich concentreren op de scherpe kanten Literatuur:
Relevante websites Achtergrondinformatie: Magneetvelden worden beschreven middels een tweetal begrippen nl. de 'magnetische veldsterkte' ( H ) en de 'magnetische Inductie' ( B ). De relatie wordt uitgedrukt als: B = m . H H is een vectoriële grootheid, omdat men er niet alleen een waarde aan kan toekennen, maar ook een richting, een aangrijpingspunt en een zin. Deze vectoren definiëren de manier waarop het magnetisch veld zijn invloed op de omgeving doet voelen: onder de vorm van een mechanische kracht in de richting en zin van de vector H, die geladen deeltjes of ferro- magnetische materialen van baan doet veranderen of van rust naar beweging brengt. De eenheid van de magnetische veldsterkte is de Ampère per meter (A/m). Het teken 'm ' staat voor de permeabiliteit (doordringbaarheid) van het materiaal in het veld. M.a.w. dit begrip geeft aan hoe 'magnetiseerbaar' het materiaal is. Er wordt onderscheid gemaakt in diamagnetische, paramagnetische en ferromagnetische materialen. Deze geleiden het magneetveld respectievelijk slechter, gelijk en beter dan vacuüm. Bij elektromagneten worden alleen materialen toegepast van de ferromagnetische soort. Kenmerk van ferromagnetische stoffen is dat er hierin al een soort 'voorgemagnetiseerde gebiedjes' aanwezig zijn. De zogenaamde 'Weiss'gebieden'. Wanneer een uitwendig magneetveld optreedt dan groeien eerst de gebieden die al een goede polarisatie hebben. Wordt de sterkte van dit uitwendige veld opgevoerd dan 'klappen volledige gebieden om' en tenslotte heeft al het materiaal de juiste polarisatie. Wanneer het uitwendige veld zwakker wordt zullen niet alle Weiss-gebiedjes weer "terugklappen". Een aantal zal de polariteit behouden. Hierdoor blijft er in het materiaal een hoeveelheid restmagnetisme achter (remanent magnetisme). Om het remanente magnetisme helemaal weg te nemen, moet een tegengesteld veld van juiste sterkte worden aangelegd. Wordt een sterker tegenveld aangelegd dan zullen de weiss-gebiedjes zich weer allemaal naar dit veld richten. Bij het weghalen van het tegenveld herhaalt de geschiedenis zich. Hierdoor ontstaat de zogenaamde "hystereses lus".
|
08-01-2017